Je kan het je misschien nauwelijks voorstellen, maar het is waar: in Tanzania sterven jaarlijks vele duizenden baby’s en jonge moeders aan aandoening die gemakkelijk voorkomen of genezen kunnen worden. Daarom werkt Amref hard aan het opleiden van zoveel mogelijk zorgverleners.
De cijfers liegen er niet om. In Tanzania halen 30 op de 1.000 baby’s hun eerste verjaardag niet; tegenover 4 in Nederland. Voor moeders is bevallen bovendien een zeer risicovolle gelegenheid: 276 op de 100.000 vrouwen overlijdt in het kraambed, tegenover 4 op de 100.000 in Nederland.
Het meest trieste is dat veruit de meeste sterfgevallen te voorkomen waren met tijdig medisch ingrijpen. Helaas is goede zorg lang niet voor iedereen bereikbaar. Vooral op het platteland is het aantal goed opgeleide verloskundigen laag en zijn de afstanden tot gezondheidscentra groot. Daarnaast weten veel vrouwen niet wanneer ze medische hulp moeten zoeken, en leunen ze nog te sterk op traditionele gewoontes rondom zwangerschap en bevalling.
Gebrek aan kennis
Een ander probleem is het gebrek aan kennis over en toegang tot anticonceptie. Dit leidt tot veel ongeplande zwangerschappen, met name onder tienermeisjes. Voor hen zijn de gezondheidsrisico’s enorm: uit onderzoek van het de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat tienerzwangerschappen vaker leiden tot complicaties en overlijden.

De oplossing: opleiden zorgpersoneel
Goede zorg begint bij kennis. Bij zorgverleners die weten wat ze moeten doen, en die beschikbaar zijn wanneer dat nodig is.
Daarom heeft Amref het project ‘Gezonde start voor moeders en kinderen in Tanzania’ van de grond getild. Samen met lokale partners en het Tanzaniaanse ministerie van Gezondheid werken we aan het opleiden van meer verloskundigen en het toegankelijk maken van de zorg die zij verlenen.
Onze aanpak is tweeledig:
1. Meer en beter opgeleide verloskundigen
We zorgen ervoor dat verpleegkundigen zich kunnen bijscholen tot verloskundige via een digitaal lesprogramma. Dit maakt leren toegankelijker, ook voor mensen in afgelegen gebieden. Dit personeel kan daarna breder worden ingezet.
2. Sterkere zorg in de gemeenschap
In het eerste projectjaar hebben we vooral ingezet op het versterken van basiszorg in dorpen en wijken, wat voor (aanstaande) moeders erg belangrijk is. Deze wordt verleend door lokale zorgverleners, die meestal op vrijwillige basis werken. Zij bezoeken gezinnen, testen op ziektes, schrijven basismedicatie voor en geven voorlichting. Als de zorg die zij bieden niet toereikend is, verwijzen ze patiënten door.

De impact: betere, toegankelijkere zorg
Met ‘Gezonde start voor moeders en kinderen’ maken we de zorg toegankelijker - vooral voor vrouwen en tienermeisjes, die ook meer obstakels tegenkomen. Door verloskundigen op te leiden en te investeren in lokale zorgverleners én leiders, wordt kennis niet alleen verspreid, maar ook verankerd in de gemeenschap. Deze mensen zijn immers bekende gezichten in de dorpen en wijken – ze spreken de taal, kennen de gebruiken en genieten het vertrouwen van de bewoners.
Door hen op te leiden en actief te betrekken bij gezondheidszorg, blijft de opgedane kennis ook na afloop van het project behouden. Bovendien zorgen de getrainde leiders en zorgverleners voor structurele veranderingen: ze blijven meedenken over hoe de zorg verbeterd kan worden, houden toezicht op lokale klinieken en blijven nieuwe generaties voorlichten over het belang van goede zorg voor moeders en baby’s.
De digitale leermiddelen die we inzetten, zoals de LEAP-app, maken het mogelijk om ook in de toekomst door te leren en nieuwe zorgverleners op te leiden, zonder afhankelijk te zijn van grootschalige, kostbare trainingen.

Help je mee?
Iedereen heeft recht op medische zorg. Zorgverleners spelen hierin een cruciale rol. Door Afrikaans zorgpersoneel op te leiden, maken we zorg samen voor iedereen beschikbaar. Help je mee?